Een probleem dat heel veel voorkomt en waar ik nu ook mee te maken krijg: er is niet altijd zo veel plaats om een plekje op te creëren voor onze paarden. Maar dit hoeft niet altijd een probleem te zijn: mits een beetje creatief denken kan je er evengoed een echt paardenparadijs van maken. Hieronder enkele tips die kunnen helpen, met voorbeeldjes in mijn eigen ontwerp die kunnen inspireren.
1. Leg de track aan de buitenkant van je stuk
Dit lijkt misschien vanzelfsprekend omdat een track aan de buitenzijde een beetje het uitgangspunt is van een paddock paradise. Maar het kan helpen om eens bewust na te denken over waarom je de track aan de buitenkant legt, en welke stukken van deze buitentrack welke functies hebben. Zo kan je bvb. één lange zijde breed maken, zodat het kan gebruikt worden voor sprintjes. Een andere zijde kan je dan weer een bocht geven rondom een bosje, om het wat uitdagend te maken.
Je kan zelfs nadenken over wat de buitenkant precies is. Zo gingen wij bvb. eerst een stukje tuin maken en daarachter de paddock voor de paarden. Maar om de afstand te vergroten, komt de buitentrack (en paddock) nu zo dicht mogelijk bij het huis, en de 'mensentuin' binnenin de track. Op die manier wordt de kleine omtrek toch weer wat vergroot!
Hierboven: track en paddock in roze aangegeven, 'mensentuin' in groen aangegeven.
2. Minder gras, meer beplanting
Weiland is fijn en grazen kan een mooie verrijking vormen voor paarden, maar als je een beperkte oppervlakte hebt, duurt het vaak nog geen maand voor je weide leeggegeten is. De rest van het jaar is je weide dan gewoon een stuk grond waar je niets mee kan doen. Dit staat in contrast met een bosje, dat de hele lente en zomer groeit en waar paarden telkens opnieuw weer kunnen terugkeren om toch nog een hapje te snoeien. Zeker op een kleine plek, waar je al creatief moet zijn om de paarden aan hun stappendoel te laten komen, is dat veel waardevoller dan een weiland waar ze maar een hele korte tijd gebruik van kunnen maken.
Daarnaast is het bij een kleine plek vaak een extra grote uitdaging om goed te zorgen voor de natuur en bodem, omdat er al snel een te hoge bezetting is waardoor grasland al snel kort en kaal wordt. Ook hierbij is een bos super waardevol, aangezien hier vele insecten, vogels, misschien zelfs egels en eekhoorns eten en een schuilplekje vinden.
3. Multifunctionaliteit is key
Hoe minder ruimte je ter beschikking hebt, hoe belangrijker het is om de plaats die je hebt goed te gebruiken. Dat wilt zeggen dat elke vierkante meter een functie heeft (beweging, browsing, natuur, verrijking, praktisch voor jezelf, enzoverder) maar helemaal ideaal is het natuurlijk als diezelfde vierkante meter meerdere functies kan hebben. Een haag bijvoorbeeld, draagt niet alleen bij aan de natuurwaarde maar ook aan de browsingmogelijkheden voor de paarden. Een piste, die ook een deel is van je track is een ander voorbeeld. Maar het kan ook minder vanzelfsprekend: zo heb ik bijvoorbeeld een paddock voorzien, die in twee vierkanten kan gedeeld worden zodat het twee eetplaatsen zijn op zo groot mogelijke afstand van elkaar, maar waarin de scheidingsdraad ook weg kan zodat het een grote paddock wordt om in te grondwerken. Een ander voorbeeld is een rond wei'tje, met daarrond een cirkel in de track, die je ook kan dichtmaken om te gebruiken als reversed roundpen. Een deel van de track dat onderverdeeld kan worden in paddockjes om paarden apart in te voeren. Of een stuk track dat als afzonderlijke track kan gebruikt worden om een nieuw paard te integreren.
Hieronder: een beeld van de paddock, die opgesplitst kan worden in twee delen om zo de afstand te vergroten. Bijkomend voordeel: ik kan beide hooiplaatsen heel makkelijk vullen, terwijl de paarden helemaal rond moeten lopen.
4. Ga creatief om met afstanden
In de meeste gevallen is een track rond; in de simpelste vorm een cirkel rondom het weiland, met daarin verschillende binnenpaden om meer hooipunten te creëren of om de boel wat uitdagender te maken. Maar dit hoeft helemaal niet zo te zijn, zeker niet bij een kleine plek. Als je stuk een vierkante vorm heeft bijvoorbeeld, kan je overwegen om het als een soort U-vorm in te delen, wat alles direct complexer maakt en afstanden vergroot (vaak zonder dat je zelf meer afstand moet afleggen om hooiplaatsen bij te vullen).
Daarnaast kan je tracklengte en -oppervlakte toevoegen, zonder afstanden te verkleinen. Hiermee doel ik op het gevaar om een soort 'lappendeken' te vormen waarin allemaal eilandjes gras of bos zijn, maar waarin de hooiplekken maar een paar stappen van elkaar weg zijn. Op onze plek bijvoorbeeld, komt een pad door het midden, maar zonder een 'shortcut' te maken waardoor de afstand tussen hooipunten verkleind wordt. Dit doe je vooral door éérst je langste pad uit te tekenen, en dan lussen te maken die de track verlengen of een leuk hoekje toevoegen, maar vervolgens terug uitkomen op hetzelfde pad zodat de rest van de afstand nog steeds verder moet afgelegd worden.
Hieronder een voorbeeldje, waarbij het lichtblauwe pad het 'hoofdpad' of 'langste-afstandpad' is, en het donkerblauwe pad een lus daarop. Er is dus bewust geen verbinding tussen de twee stukken track aan beide kanten waar ze tegen elkaar lopen! Dat ziet er een beetje gek uit op plan, maar helpt enorm om afstand op te bouwen.
5. Variatie in alle aspecten
Een kleine plek hoeft zeker geen saaie plek te zijn. Een makkelijke manier om de wereld voor paarden interessant te houden, is door veel verschillende soorten van alles toe te voegen. Verschillende vormen van hooi geven bijvoorbeeld: door slowfeeders met bvb. bakken los hooi te combineren krijg je verschillende motivatieniveaus om eetplekken te bezoeken. Dit zorgt ervoor dat paarden eerst zullen zoeken naar de plekken met los hooi, en pas dan voor de minder makkelijkere opties gaan (en dus de route opnieuw afleggen). Daarnaast kan ook hooi gegeven worden op verschillende hoogtes, idealiter volgens het 80-20 principe waarbij 80% onder kniehoogte gegeven wordt en 20% hoger, zoals paarden dat in de natuur ook ongeveer vinden. Hang eens een netje op een zotte plaats, zoals aan een tak of aan een omgevallen boomstam.
Daarnaast kan je variëren in verschillende ondergronden zodat de hoeven op zo veel mogelijk verschillende manieren afslijten en daar ook met moeilijkheidsgraden spelen, waardoor de paarden soms een andere weg zullen nemen omdat ze een bepaalde ondergrond liever niet doen. Ook met plantensoorten kan je heel ruim variëren: hoe meer verschillende plantensoorten, hoe gevarieerder het rantsoen van de paarden wordt, en hoe waardevoller voor de natuur.
En zelfs in je dagelijks beheer kan je variatie toevoegen: wisselen in welke hooiplaatsen je vult, in welke hoekjes een extra snack legt, enzoverder. Je kan hier heel ver mee gaan, om het zoekgedrag en de beweging van de paarden te stimuleren!
Hopelijk is het duidelijk geworden dat een kleine plek zeker niet minder waarde hoeft te hebben dan een gigantische paddock paradise. Door een beetje creatief te zijn is er heel veel mogelijk! Als je hierbij hulp nodig hebt, stuur me dan gerust een berichtje en dan kijken we samen wat er mogelijk is!
Tips in het ontwerp van een kleine plek