Overslaan naar inhoud

Mijn masterproef over biodiversiteit in paardenweides

Thesis: 'Biodiversiteit in paardenweides - inventarisatie, draagvlak en mogelijke maatregelen'


Ik weet het, een hele boterham die titel. Nog een hele boterham was alles rondkrijgen ook :). In januari 2022 stapte ik naar èèn van mijn proffen (toen was ik nog fulltime student), met een mailtje dat kort gezegd zei 'ik wil thesissen rond paarden'. Iets met enthousiasme omdat er nog zo veel verbetering mogelijk is in paardenweides om de natuurwaarde te verbeteren, enzoverder. Gek genoeg vond die prof dat nog niet zo'n slecht idee en zo is de bal aan het rollen gegaan om dit onderzoek uit de grond te stampen. In de zomer van 2022 bezocht ik 35 paardenweides in Vlaanderen om te onderzoeken hoe de vegetatie eruit zag, terwijl startten we een burgerwetenschapsproject waarbij paardenhouders zelf bloemen in hun wei konden tellen en vanaf 2023 kon ik alle data verwerken en beginnen schrijven.


Het ontstaan van het onderzoek

Ik wou heel graag onderzoeken hoe we paardenweides beter konden ontwikkelen tot graslanden met meer waarde voor de natuur, en hoe paddock paradises hieraan konden bijdragen. Maar na wat opzoeken kwamen we tot de conclusie dat er eigenlijk amper wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is over hoe paardenweides er in onze regio uitzien. We besloten daarom dat we eerst een globaal onderzoek gingen doen om de vegetatie in paardenweides in kaart te brengen, samen met het beheer dat 'normaal' gevoerd wordt. Hiervoor moesten we dus op zoek naar een groepje paardenhouders dat representatief was voor de gemiddelde 'Vlaamse paardenhouder'. Ik kon wel een oproepje doen via mijn socials en in no time een hoop geïnteresseerde mensen verzamelen, maar dat heb ik bewust niet gedaan omdat de mensen die mijn pagina volgen waarschijnlijk al geïnteresseerd zijn in het 'anders' paardenhouden. Hoe leuk het ook zou zijn om een conclusie te hebben met '90% van de paardenhouders in dit onderzoek werkt keihard aan de biodiversiteit en heeft een weide vol met verschillende soorten planten', dit zou geen correct resultaat zijn. We pakten het dus op een andere manier aan.


We klopten aan bij PaardenPunt Vlaanderen, een vereniging die zowel professionele als particuliere, sport- en hobby-gerichte paardenhouders vertegenwoordigt. Via hun nieuwsbrief deden we een oproep in de hoop zo veel mogelijk 'verschillende soorten' paardenhouders aan te spreken. Sowieso gingen mensen met interesse in biodiversiteit eerder deelnemen aan het onderzoek, maar dat was een bias die we niet konden voorkomen. Uit deze oproep kwamen maarliefst 133 geïnteresseerden - een klein beetje meer dan verwacht :). Ik had maar één zomer (en geen auto) om de veldbezoeken te doen, dus we besloten 40 locaties te selecteren voor een bezoek. Dit deden we op basis van type houderij, bodemtype en verspreiding in Vlaanderen.




Afbeelding: kaartje met de locaties die geselecteerd werden (geel) uit alle aanmeldingen (groen).


De uitvoering

Vervolgens trok ik - met de trein en bus, wat veel trots maar ook veel frustratie opleverde - heel Vlaanderen door om deze weides te gaan inventariseren. De inventarisatie bestond uit 3 proefvlakken in verschillende delen van de weide, telkens 2 op 2 meter groot, waarin ik alle gras- en kruidensoorten noteerde en telde (het grondvlak). Ik schreef ook op hoeveel bomen, hagen en andere landschapselementen er waren, maar met de kanttekening dat we ons voornamelijk zouden focussen op de graslanden. Alle paardenhouders die deelnamen aan het onderzoek vulden ook een grote enquête in over het beheer en over hoe ze dachten over biodiversiteit.




Afbeelding: uitzetten van de proefvlakken op het terrein.


Al deze data werd netjes genoteerd - inclusief enveloppen vol met meegenomen planten om later toch nog eens beter te determineren - en verwerkt in excel en R. Allerlei berekeningen zoals de shannon index (die berekent de verdeling van de verschillende plantensoorten, om zo de diversiteit in te schatten), verschillende indicatorwaarden en de nectarproductie werden berekend. Daarnaast hebben we ook de statistiek losgelaten op de data om te onderzoeken of er verschillen waren bij verschillende beheervormen (vb. wel bemest vs. niet bemest).


De resultaten

Over het algemeen konden we besluiten dat de vegetatie in paardenweides eerder soortenarm is. Er zal wat meer diversiteit in aanwezig zijn als in een hoogproductieve koeienweide, maar overheen alle weides kwamen vooral veel dezelfde grassen en kruiden voor (engels raaigras, fioringras, gestreepte witbol, paardenbloem, ridderzuring, boterbloemen) en is er nog véél werk om deze graslanden enigszins op een natuurgrasland te laten lijken. Logisch ook, want ook het beheer was echt wel intensief in de meeste weides: er waren vaak hoge bezettingsgraden, meestal werd er (kunst)mest toegevoegd, en stonden de paarden gedurende een groot deel van het jaar op de weide. Hoewel hier dus duidelijk nog veel werk aan de winkel is, toonde de groep paardenhouders die deelnam aan het onderzoek wel een grote interesse om de biodiversiteit te gaan verbeteren. Maar dit is natuurlijk ook te verwachten bij mensen die vrijwillig inschrijven voor een onderzoek dat over biodiversiteit gaat :).


Daarnaast kwamen er duidelijke verschillen naar boven bij weides waar pesticides en kunstmest gebruikt werden: deze hadden allemaal minder verschillende plantensoorten, een lagere diversiteit, een lagere nectarproductie van de soorten en minder kruiden tov. grassen. Wat wel heel opmerkelijk was, omdat we geen proefopzet hadden opgezet om verschillende beheervormen met elkaar te vergelijken. Deze resultaten kwamen naar boven in heel veel van deze verschillende weides, dus er moet toch een sterk effect zijn.




Afbeelding: een duidelijk effect van kunstmest (links) en pesticidegebruik (rechts) op het aantal soorten dat voorkwam in het proefvlak.


Gezien de droge zomer van 2022 - en het feit dat er daardoor in veel weides zelfs geen grassprietje meer te bespeuren was - leek het ons ook geen slecht idee om eens te bekijken wat er kan zorgen voor een weide die beter bestand is tegen hitte en droogte. Uit de cijfers bleek dat bij een hoger grasland, logischerwijze minder kale plekken (dus afgestorven vegetatie) waren. Hieraan gelinkt waren er dus ook minder kale plekken bij weides die langer geleden begraasd waren. Take-home message hieruit: het kan nuttig zijn om het gras minder kort te laten begrazen zodat het beter weerbaar is tegen een aankomende droogteperiode, of om het gras zelfs na de ergste droogte pas te laten begrazen. Daarnaast bleek ook dat ontwormingsmiddelen ervoor zorgden dat er meer vegetatie afsterft, wat ook te verwachten was gezien hier veel giftige stoffen in zitten.


Verder onderzoek?

Al bij al kunnen we besluiten dat er nog veel werk aan de winkel is, maar dat er ook wel duidelijke manieren zijn om de biodiversiteit vooruit te helpen. In de eerste plaats door geen kunstmeststoffen en pesticides te gebruiken: in de plaats kan je gecomposteerde paardenmest (of zelfs geen mest) gebruiken, en ongewenste onkruiden manueel verwijderen of maaien. Of deze planten gewoon hun werk laten doen, want ze staan met een reden op de plaats waar ze opkomen en willen je meestal iets vertellen over de bodem :).


Gedurende het onderzoek (maar ik was er al langer van overtuigd natuurlijk) hebben we bedacht dat paddock paradises voor veel van de uitdagingen een oplossing kunnen bieden. De track biedt namelijk een manier om de hoge druk die op onze weilanden ligt, te verlagen en zo meer 'natuurlijke' graslanden te creëren. De effecten hiervan waren weinig zichtbaar op het terrein, maar dat zou kunnen omdat het nog zo'n recent systeem is en omdat erbinnen ook nog heel veel variatie kan zijn in het beheer.


Mogelijkheden genoeg dus om dit onderzoek nog verder te verbeteren: misschien kunnen er binnen dezelfde locaties wel verschillende vormen van beheer toegepast worden en vervolgens opgevolgd worden in de tijd, misschien kan er binnen het paddock paradise systeem verder gezocht worden naar de optimale methode om paardenwelzijn en biodiversiteit te combineren. Al bij al is het heel fijn dat de dingen waar ik al van overtuigd was, zoals het vermijden van chemische en gifstoffen, ook met een wetenschappelijke opzet aangetoond kunnen worden. En dat er wel een hele grote groep paardenhouders is die zoekt naar manieren om de biodiversiteit te verbeteren. Hartverwarmend, en ik ben alvast benieuwd naar welke onderzoeken er in de komende jaren nog zullen gebeuren om verder te zoeken naar de beste methode. 


Dit was al een hele boek aan informatie, maar wie echt hèèl geïnteresseerd is mag uiteraard steeds de volledige masterproef lezen. Die vind je via deze link (voorlopig nog een link naar mijn google drive, maar binnenkort zal die ook beschikbaar zijn via de UGent).

Aanmelden om een reactie achter te laten